Korte beschrijving/Annotatie

Mozes wordt geboren in omstandigheden die verre van ideaal zijn. Drie maanden lang moet hij als kind verborgen worden gehouden. De wrede farao van Egypte had bevolen alle pasgeboren jongetjes van de Hebreeuwse slaven ter dood te brengen. Uiteindelijk kunnen zijn ouders hem niet langer verbergen en wordt hij in een biezen mandje in de Nijl gelegd. Het lijkt alsof God het volk van de Hebreeën aan hun lot heeft overgelaten. Ze moeten slavenarbeid verrichten tot ze er bij neervallen. Dan grijpt God in: Mozes krijgt de opdracht het volk te redden uit de greep van de farao. Na tien vreselijke plagen laat farao het volk eindelijk gaan. Op weg naar het beloofde land Kanaän ontvangen ze bij de berg Sinaï de Tien Geboden en uiteindelijk komen ze bij het land 'overvloeiend van melk en honing'. Maar Mozes zelf zal het land nooit binnengaan.

Details